Pantanal

Ter info, we hebben gisteren zeer veel foto’s toegevoegd onder het titeltje ‘Brasil Pantanal’.

 

Bonito

Bonito is ongeveer het meest toeristische stadje dat we al zijn tegen gekomen. Maar de camping is fantastisch met een geweldige Braziliaanse uitbaatster.  Onze eerste ontmoeting is met Jef, een jonge Franse fietser die al anderhalf jaar onderweg is door Zuid-Amerika.  Iedereen, zelfs de kinderen zijn jaloers op zijn uitrusting.  Zijn leren rugzak heeft hij zelf gemaakt in Bolivia samen met zijn instrumenten zak waarin een ukelele en fluit zit. Behalve een rugzak en zadeltassen (gemaakt uit autobanden) had hij niets bij.  Zelfs geen tentje.  Hij sliep in zijn hangmat met een slaapzak.  Na onze eerste kennismaking hebben we hem uitgenodigd voor mee te eten. Nadat hij beleefd zei dat hij al gegeten had heeft hij ons halve avondmaal verorberd. Toen de temperatuur daalde heeft hij ons aangeboden dekentje met plezier in ontvangst genomen.

De volgende ochtend ontmoeten we Anne en Olivier, een frans koppel dat al heel hun leven rondtrekt . Nu met een Land-Rover 130 met camper opbouw, vroeger met een catamaran rond de Franse Antillen. Een paar uur later komen Jean-Pierre en Annie in een 130 Land-Rover camper aan. Wegens de lange baard wordt Jean-Pierre onmiddellijk tot Sinterklaas gedoopt.  Ook zij komen uit Frankrijk en reizen al half hun leven rond. Beide koppels komen we later nog eens tegen als we in het hartje van de zuidelijke Pantanal tussen de kaaimannen zitten.

We vinden een stukje paradijs  200m verder bij het riviertje dat naast de camping stroomt.  Helder water met kleine watervalletjes. Onze kinderen genieten. We zijn hier helemaal alleen, lachen, gillen, spetteren maar toch zien we tussen de takken langs de overkant vreemd bewegen. Apen!!! Ze komen met een stuk of tien gewoon even voorbij de oever, slingerend door de bomen. Onze eerste echte wilde apen. Jammer genoeg liggen onze trouwe fototoestellen in de auto.  Morgen trekken we verder.

 

(Tapir) tracks

We nemen we de meest westelijke weg die enigszins op de kaart staat. We steken door de heuvels van de Bodoquenaketen en betrappen een koningsgier bij de maaltijd.

Bij elk cafeetje onder de bloedhete zon dubbelchecken we de lijn op de gps-kaart, tot er geen cafeetjes meer zijn. We zijn eigenlijk opnieuw vlakbij de Chaco van Paraguay.  Na tientallen kilometers beginnen we poortjes te openen en weer achter ons te sluiten. Eerst is Lieve de poortwachter, dan nemen Jerom en Jakob de taak over. Elke boer heeft zo zijn eigen systeem: ijzerdraad, ketting, houten schuif of spanstok.

We volgen nu een track over privaat land. Vaak rijden we recht een erf op bij de hoeve en er aan de overkant weer af de brousse in. Een spoor wordt twee sporen, vier sporen, maar telkens vloeien ze weer samen tussen de palmen en het struikgewas.  Niet alleen de bochtige autosporen, maar ook de hoefafdrukken van ontelbare Nelore runderen zijn betonhard opgedroogd.

We stranden op een machtig gelegen boerderij met een stel schitterende cowboys en een prachtige gastvrije vrouw.  Naast de rivier zetten we onze tenten op.  De lucht is indrukwekkend mooi.  De wind steekt op en hoe meer de duisternis valt, hoe meer de omgeving door bliksem verlicht wordt.  Het onweer is ver en toont zich aan ons enkel van zijn mooiste kant.  De bergketen in de verte, de rivierarm, de kralen en de vlakte worden keer op keer schitterend verlicht.  De cd hoezen van Blue Sky Mining en Love Over Gold- zijn er niets tegen!

Na een schier eindeloze rit rijden we steil omhoog een dijkweg op. Nu zullen we wel snel bij het asfalt zijn? Het is nog eens meer dan 100 km, maar die zijn machtig. We snijden door onafzienbaar palmbos, met kale loofbomen vol gele bloesem over ontelbarehouten brugjes over kreekjes en rivieren. Voor ons duiken gauchos op, deze cowboys zijn nog echter dan die in Bonanza. Achter ons verdwijnen ze weer in een bocht van de weg.

De avond valt terwijl we rijden, een kampement van vrachtwagenchauffeurs tussen de bomen, beboste heuvels, een truck in panne met nog drie moeren van de zes over aan het voorwiel, stof en lampen van tegenliggers. Als de meisjes net in slaap soezen, plots een grote schim in de berm op de bergweg, de tapir.

We zien zijn oortjes, zijn wat logge contouren en horen zijn zware stap als hij zich schoorvoetend verwijdert in het nachtelijke bos. De kinderen tasten naar de sporen met drie hoeven op de weg.  Verderop langs het asfalt van de grote weg dan nog de prehistorische vorm van een  reuzenmiereneter, de pluimstaart nog net in het licht van de lampen.

 

Miranda en de Strada Parque

We stranden in Miranda.  Een gauchodorp.  Elke grote winkel heeft een afdeling zadels, cowboy boots, messen, manchetten…  Zowel Marie als Jerom werken aan hun ‘cool’ en kopen een set boots!   Na wat getwijfel trekken we een dag later naar de Strada Parque  -een 120km verder- de gravel road die dwars door de Pantanal loopt.  We komen op de enige camping aan die de route rijk is; Santa Clara.  Het is meer het vertrekpunt van de vele boottochtjes die de nabijgelegen fazenda organiseert dan echt een camping.  Jean Pierre alias Sinterklaas staat ons op te wachten met een brede grijns op zijn gezicht.  Hij kwam een dag eerder hier aan, weliswaar via de gewone weg.  De machtige blauwe Ara’s vliegen met regelmaat in koppeltjes over.  De rivier stikt van de kaaimannen, en een gigantische hagedis en een klein slangetje komen op het grasveldje voorbij.  Een prachtige plek met ietwat verwarde uitbaters die niet goed weten wat ze met ons aan moeten.  99% van de mensen boekt zijn 3 daagse jungle ervaring dan ook in één van de grotere nabijgelegen steden.  Maar niet iedereen, want een paar uur nadat Sinterklaas vertrokken is komen Anne en Olivier Santa Clara opgereden met hun Defender.  We eindigen samen gezellig rond de tafel met voorwaar licht dronkenschap tot gevolg!

Het zwembadje op de fazenda wordt door ieder van ons reisgezelschap dankbaar aanvaard.  Zaterdagnamiddag varen we twee uur mee met een bootje de rivier op.  We zien de Kingfisher opnieuw in volle aktie en zeer veel andere vogels.  We passeren twee apenfamilies, Capibara’s, een reuzen salemander… Helaas zien we niet de Jaguar die de groep de dag voor ons schitterend had kunnen observeren.  Om af te sluiten rijden we de laatste dag langzaam de Strada Parque af in echte safaristijl -boven op de Defender- met op het einde weer zo een heerlijk vervallen veerpond dat ons de grote rivier overbrengt.

 

De vissers

Na weer vele kilometers gravel en hier in wasbord formatie,” Waaaat vrrraaag jeeee?”, komen we tegen het donker van de nacht aan op een vissers camping. Het huisje van de uitbater puilt uit van het bier en we zien alleen mannen.  Pas na een reeks waarschuwingen laten we onze kinderen vrij.  We zetten onze dagdagelijkse routine verder en beginnen te koken.  Na het eten in de douche en in bed.  Dat verloopt vlot maar morgen vertrekken we.

’s Morgens ziet alles er anders uit. Voor we nog maar uit de tent zijn staan de eerste nieuwsgierige mannen er al, ze kijken naar de auto’s en tenten. Als we de ritsen open doen gaan ze beleeft even weg zodat we kunnen wakker worden en ontbijten. We beginnen ons op ons gemak te voelen. Alle mannen vertrekken in bootjes om te vissen en wij starten de les. Tegen de middag komen de mannen terug. We ontdekken er ook enkele vrouwen tussen. Op een groot blok worden de vissen klaar gemaakt, open gesneden, hart eruit, kop er af.  De kinderen vinden het geweldig, Jerom krijgt een nog kloppend hart in zijn hand gelegd. Hij vindt het er een beetje over en gooit het snel naar de Caracara’s die hier massaal aanwezig zijn voor de resten op te pikken.  Al snel word er ons vis aangeboden. Met lichte paniek moeten we alle vier bekennen dat we niet weten hoe er aan te beginnen. Ze nemen hem terug mee en beloven om hem klaargemaakt en wel terug te brengen.  We beginnen al vast te eten. Na een uurtje worden we toch wat ongerust over onze vis zodat Johan, Lieve en de kinderen eens een kijkje gaan nemen.

De ongure visser blijken stoere mannen uit San Paulo te zijn en overstelpen ons met maniok, vis en gieten de kinderen vol met cola.  Jakob en Jerom hun ogen blinken. Hun eerste echte cola drinken ze in Brazilië.  Eén van de stoere maar ongelofelijk vriendelijke mannen laat zijn hand zien. Een grote flap vel hangt los, ongelukje met een vishaak. We raden aan om naar de dokter te gaan maar hé, voor zoiets ga je niet naar de dokter. Als we vertellen dat Lieve een verpleegkundige is mag ze even kijken. Het ziet er verbazend proper uit. Ontsmet met alcohol. We nemen de EHBO koffer en beginnen er aan. Spoelen, ontsmetten verbinden….

Gebeten door al die vissen en de gastvrije sfeer besluiten we nog een dag te blijven. Terwijl Johan met alle kinderen gaat vissen en er ook één kan vangen, (deze word terug vrij gelaten) ontdekken Tinne en Lieve in het bos achter de auto’s apen en neusberen. We besluiten later om met Guy, Johan en de kids een avond wandeling te maken. De neusberen scharrelen nog rond en de apen slingeren nog in de bomen. Zo schattig met hun grote ogen en lange staart. We wandelen verder en in de verte zien we twee vossen en eindelijk de reuzen miereneters.  Dit illustere dier is echt prachtig en absurd tegelijk.  Een speciale kop met fijne slurf die in één mooie boog overgaat in de rug om achteraan te eindigen in een gigantische pluimstaart.  Ontzettend mooi maar ook gevaarlijk.  Ze hebben grote klauwen om de beenharde termietenheuvels  stuk te breken voor de lunch.

Na nog veel vis en veel gastvrijheid besluiten we toch om de volgende dag te vertrekken. Gewoonte getrouw geven we eerst les en kijken we de wonde van de man nog even na. (ziet er goed uit) De mannen vragen waarheen we gaan. En zoals we al gemerkt hebben moeten we ze teleurstellen als we vertellen dat we wegens papieren maar 20 dagen in Brazilië blijven.  Brazilië zo groot, vriendelijk, gastvrij in maar 20 dagen? Enkel de Pantanal?  Inderdaad het grootste land van Zuid-Amerika. Maar misschien moeten we daar maar is later voor terugkomen.

 

Campo Grande

We vermoeden dat ons pakketje uit België -waar we reeds 2 weken vruchteloos op wachten-  vertrokken is bij de douane en zetten koers naar Campo Grande.  ’s Avonds rijden we nog even langs de officiële Land Rover garage ‘Enzo’ om een afspraak te maken voor de dag erna. We worden als helden ontvangen, maar zullen snel te weten komen dat je als held een dikke portefeuille nodig hebt.  We nemen een hotelletje om onze afspraak mooi na te komen en leveren stipt om 8u onze twee wagens af.  Klein onderhoud, een kapot slot van de achterdeur van Guy en een kapotte spiegel.  Wij trekken naar een volledig van airco voorzien shoppincenter en gedragen ons een dagje als echte Europeanen.  Als we ons om 17u terug aanmelden bij Enzo Land Rover begrijpen we al snel dat we nog jaren het hoongelach van Wouter Tybergien zullen moeten aanhoren.

Het slot kregen ze niet open.  Dus, jammer, niet gemaakt.  De spiegel hersteller die ze gingen contacteren konden ze uiteindelijk toch niet bereiken, een nieuwe dieselfilter kost 400Raeis wat het equivalent is van 120 euro en het uurloon…is 80 euro per uur.   Ze hebben wel “gratis” de auto’s gewassen…  Met bloedend hart en geldbuidel besluiten we het duurste klein onderhoud van ons leven zo snel mogelijk te vergeten.

Als we morgen onze twee pakketjes kunnen ophalen zijn we klaar om het gastvrije maar ietwat dure Brazilië achter ons te laten en Bolivië in te duiken.  Er rest ons nog één belangrijke dag in Brazilië: Lena haar verjaardag!  Het menu werd reeds vrijgegeven: als ontbijt spek met eieren, voor de lunch pannenkoeken, en als avondeten taart en gebak!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s