Suikerfabriek

Suiker uit Beken en Moerassen

Bij het voorbereiden van onze reis had ik wat websites bezocht en had onder de partners-producenten van Oxfam fair trade Belgie in Paraguay Manduvira zien staan. De bewuste consument in Belgie die ingredientenlijsten doorloopt, is het zeker al opgevallen dat rietsuiker, als hij eerlijk en biologisch is, steevast uit Paraguay komt. De vestigingsplaats van Manduvira was in mijn hoofd blijven hangen, en reizend door het steenbakkersdorp Tobati zagen we toevallig een pijl naar Arroyos y Esteros staan: nog 23 km. De naam van deze gemeente betekent letterlijk “beken en moerassen” en inderdaad reden we door een vlakte van nat grasland met aan weerszijden groene heuvels van bos en akkerland. Af en toe onderscheiden we in de heuvels vakken met een hoog en fris geelgroen gewas, suikerriet of caña dulce.

Op goed geluk ernaartoe gereden, stapten we het nette kantoor van de cooperatieve onderneming binnen. Secretaresses in uniform met het fair trade logo beloofden vriendelijk een contactpersoon te verzorgen. Tijdens het wachten merkten we dat er aspecten van een mutualiteit (geboorte- en adoptiepremies bijvoorbeeld) en een bank voorzien worden voor de leden boeren van de cooperatieve. Het logo van Manduvira bevat ook twee groene naaldbomen, een universeel symbool voor landbouwcooperatieven hier.

Een medewerker per brommer, het belangrijkste personenvervoermiddel op het platteland in Paraguay, reed ons voor naar de site van de nieuwe suikerfabriek in aanbouw, enkele kilometer buiten het dorpscentrum.

Directeur Luis Diaz, een vriendelijke landbouwingenieur, leidde ons rond op de werf.
De machines, buizensystemen en opslagtanks zijn zo groot dat ze stapsgewijze in de muren en daken moeten worden ingewerkt. In volgorde gaat het om:
1. De ontvangsthal met portaalkranen om de vrachtwagens met balen vers suikerriet te lossen.
2. De versnipperaar, gevolgd door vier persrollen, een grove en drie fijnere, en ten slotte een stoompers om het zoete sap tot de laatste druppel uit het riet te wringen.
Vanaf daar scheiden de wegen tussen sap en vezel.
De vezelige plantenresten vormen deels de basis voor organische meststof, ik vermoed dat het om de eiwitten en mineralen gaat. Daarvoor is er verderop een meststofproductie-eenheid gepland. De overschot gaat een hoogefficiente brander in, die hete stoom levert. Die koelt af in een elektrische stoomturbine en geeft daarna restwarmte af aan allerlei delen van de fabriek via een stelsel van metalen pijpen. Die geven aan het geheel het typische uiterlijk van een raffinaderij.

De fabriek is met de turbine meer dan zelfvoorzienend wat energie betreft en kan zelfs stroom leveren aan het lokale net. Ik vind het verbazend vooruitstrevend in een land waar electriciteit, uit waterkracht van stuwdammen, zowat de enige abundante grondstof is, naast brandhout en zonneschijn. Ook het meststofverhaal is niet zomaar een follie. De cooperatieve kan zo de productiekost voor de leden boeren flink drukken. Suikerriet is niet zo’n problematisch gewas, maar de productie wordt toch sterk bepaald door de bemesting.

De scheiding van het sap en de vezel is dezelfde als wanneer je caña dulce eet, je schilt met een mes het stukje stengel tussen twee knopen, zet het in de hoek van je mond en perst het uit tussen je kiezen, er blijft een platte vezelbundel over, een beetje zoals bij een zoethoutwortel (calissie).

Het sap nu vloeit naar een tweede groot onderdeel van de fabriek, een verzameling grote tanks en metalen kolommen. Het water wordt hier in stappen van verdamping en centrifugatie onttrokken zodat de suikermassa indikt. Dat gaat door tot er kristallen ontstaan die de afvuleenheid bereiken. De suiker kan dan in zakken op de vrachtwagen, over de weg naar de haven van Asuncion, daar de boot op en over de rivier naar de zeehaven van Buenos Aires in Argentinie.

Tijdens onze reis waren we te gast in dorpen en op boerderijtjes -chacras- waar suikerriet verbouwd wordt. Het was hier winter, maar de oogst ging door. Vers suikerriet wordt aan de koeien gevoerd omdat het gras op de weides hier moeilijk herstelt van de nachtvorst. Sowieso wordt van het suikerriet enkel de stengel naar de fabriek gevoerd. Het loof wordt als veevoer gebruikt. Het vervoer van de stengels is ook erg aanwezig in het straatbeeld. Houten ossenkarren met sierlijke, smalle houten wielen volgen de rietkappers met hun machetes over het veld. Met touwen of kettingen wordt van een karrenvracht een bundel gemaakt van meer dan twee meter lang en anderhalve meter doormeter. Op het erf worden die zware pakken met een eenvoudige takelkraan en kettingen op een vrachtwagen gehesen. Die rijdt dan zonder dralen naar de fabriek. De fabriek van Manduvira ligt aan een onvervalste kasseiweg die vanuit het dorp het eindeloze platteland in loopt. Vele wegen in Paraguay zijn onverhard en veranderen bij regenweer in een modderig slipparcours. Omdat het riet vers naar de fabriek moet, betekent dreigend regenweer dus eenvoudig niet oogsten die dag. Eigenlijk valt het hele openbare leven in Paraguay de facto stil bij de minste dreiging van regen. Ook kinderen hoeven dan niet naar school, zelfs zonder dat hier officieel over moet gecommuniceerd worden.

We keren terug van de fabriek in de hitte van de winter. Onze auto werpt wolken van stof op over het eindeloze lint van kleine huisjes en erven. Overal zitten mensen in de deuropening te slurpen van hun beker ijsthee, terere zoals deze nationale drank heet.
Morgenochtend drinken de kinderen een warme variant met melk en suikerrietdiksap.

een reactie

  1. frans valvekens · · Beantwoorden

    O zo leerrijk, waw,

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s