Jkes onderweg van Cusco naar Cordillera Blanca

We vertrekken richting Urubamba maar doen een stop in het gezellige dorpje Ollantaytambo. Het dorpje is gebouwd op de oude fundamenten van een Inca dorp dat genoemd is naar een Inca krijger. Het is vooral de ruïne, een fort dat de weg naar de Machupichu bewaakt, waarom we hier zijn. Manco Capac behaalde hier zijn laatste grote overwinning op de Spanjaarden. Het is een indrukwekkend en goed bewaard fort met relatief weinig toeristen na ons Machu Pichu avontuur.

Na een lekkere maaltijd, mijn Tante Bea had het me al vertelt dat je in Peru heel lekker eten kan, rijden we verder naar Urubamba. Hier slapen we in een klein paradijs met baby alpaca, twee grote lieve honden en Cappuccino, een ongelofelijk Birmaanse kat die direct vrienden met ons word en op de bedden komt ronken. Voor het slapen zetten we ze buiten maar om vijf uur ‘s ochtends heeft ze liefde nodig een staat ze een half uur aan de deur te miauwen. Ze geeft het op maar om zeven uur is het genoeg geweest en bij de eerste miauw schiet Jerom uit zijn bed en Cappuccino wordt warm ontvangen. Het geeft ons toch een gevoel van huiselijkheid.  Later op de dag ontdekt Jakob dat Alpaca’s eerst een diep keelgeluid maken voor ze spuwen. Volgens de bazin heeft de baby-alpaca zich nog ingehouden.

Omdat we moeten wachten op de was die te drogen hangt gaan we op zoek naar Moray. Een paar kilometer voorbij Urubamba ligt het dorpje Maras en moeten we rechtsaf naar de site. We rijden een mooi stukje natuur in en komen bij Moray. Op deze archeologische site zijn cirkelvormige terrassen in vele verschillende niveaus. Dit was een soort landbouw laboratorium van de Inca’s. Ieder terras had zijn eigen micro klimaat. Ze telen op de verschillende niveaus granen, mais en aardappels en probeerden ook nieuwe varianten te kweken van de verschillende gewassen.

We slapen aan de ingang van weer een mooie ruïne, Tarahuasi. We melden ons bij de politie in het iets lager gelegen dorpje en met hun goedkeuring slaan we onze tent op. De bewaker van de site komt een uurtje later een praatje maken. Hij waarschuwt ons dat rond zeven uur ‘s morgens de eerste toeristen hier zullen aankomen.  We hebben de voorbije negen maanden samen nog nooit zoveel toeristen gezien als hier in de eerste twee weken Peru.  Tarahuasi blijkt een Inca tempel platform te zijn met 28 niches. De tempel werd gebruikt voor ceremonies. Vlakbij deze tempel hebben de Spanjaarden bijna een zware nederlaag geleden toen ze op weg waren naar Cusco. Maar op tijd voor hen kwam er versterking aan. Wat ons ook fascineert is dat er naast het platform een oude vervallen haciënda uit 1815 staat.

Wanneer we verder rijden horen we na een uurtje plots een gerinkel achter in de auto.  Het is alsof er een bak legoblokjes uit gekieperd wordt. Nadat we de kinderen gevraagd hebben wat ze nu weer uitgestoken hebben stoppen we en gaan verbaasd even kijken wat het zou kunnen zijn dat er is omgevallen. Geen klap, geen steen of grote bult, maar toch zie ik met grote verbazing dat de ruit van de achterdeur in gruzelementen ligt. We halen de resten uit de deur en met de multifunctionele en onovertroffen Gafa tape en een door God gezonden lege rijst zak kleven we het gat dicht.  Iemand die een kijkje komt nemen zegt dat het de warmte zou kunnen zijn. Zou kunnen, gezien we 3500 meter lager zitten de temperatuur stevig is gestegen.  Onze tocht gaat nu verder naar een garage in plaats van naar de Nasca-lijnen. Als we het volgende stadje binnenrijden en parkeren staan we tot onze verwondering voor de deur van een glazenmaker. Wij eten boterhammetjes terwijl twee mannen een stuk glas van de juiste dikte op maat snijden en met wat gedoe in de rubber moffelen. Met een volle buik en Peruaanse achterruit zijn we een uurtje later weer op weg en rijden tot laat in de avond verder tot in Nasca.

De dag daarna is het pasen maar geen paashaas? Jerom denkt dat hij teveel werk heeft in België, Josse denkt dat een oceaan oversteken toch wel heel ver is. Jakob blijft er rustig onder, hij heeft vertrouwen in de paashaas. We hebben immers voor we vertrokken een briefje voor hem op het keukenblok gelegd. We bezoeken de Nasca-lijnen en het museum van Maria Reich. Deze dame heeft 50 jaar in de dorre woestijn de lijnen bestudeerd. We gaan nog naar Cahuachi. Een ruïne van de Nascans die hier leefde van 400vC tot 400nC.  Wanneer we ‘s avonds de tent open zetten zien we na een half uurtje iets weg flitsen en over het muurtje springen. We volgen het spoor en vinden geen eitjes maar andere snoepjes. We keren terug naar de tent en deze ligt vol met chocolade. Oef de paashaas heeft ons toch gevonden.

Voor we naar Lima doortrekken. Bezoeken we het Cementario Arquelogico Chauchilla.  Deze oude begraafplaats van de Nascans is jaren geleden bloot gelegd door grafschenners. Overal liggen zongebleekte botten en stukken stof. Sinds een aantal jaren zijn de graven beschermd. Over de graven staat rieten dakjes tegen de zon. De mummies zitten terug in hun oorspronkelijk graf en in hun typische foetus houding. De chascas zijn diep onder de indruk.

In de buurt van Ica is het tijd om een bivac te zoeken en het gebraden kipje, dat we ’s middags kochten, op te peuzelen. We volgen de reusachtige zandduinen waarin de steenwoestijn sinds enkele kilometers veranderd is, en komen bij Huancachina aan. Een dorpje, ontstaan rond een oase, dat leeft van toeristen die de duinen komen bewonderen, langs het zand naar beneden komen surfen of een rit met een grote buggy komen maken door het zand. We vragen even rond wat kan en mag, melden ons bij de lokale politie, laten de banden van de Land Rover zo plat mogelijk en trekken met onze eigen buggy de woestijn in. Het geeft een machtig gevoel om over het golvende landschap te rijden. De zwaar en hoog geladen Defender geraakt niet op elke helling, maar eens ik een beetje de juiste versnelling heb gevonden doorklief ik met een paar angstige passagiers het zand over hoge bergen en diepe dalen tot we een fijn plekje, omringt door hoge duinen, vinden en daar helemaal alleen ons gebraden kipje oppeuzelen met pekesstoemp. De kinderen leven zich helemaal uit en ik moet even aan de vergadering over het nieuwe zand van de zandbak in de Dagpauwoog denken.

Even voor Lima is er een vissersdorpje Cerro Azul. Hier zijn we 12 jaar geleden ook beland. In Hostal La Fragata. Bij een toen al oude man die zijn tuin vol stond met spullen die hij op het strand vond als een echte strandjutter. In onze reisgids toen werd hij terecht vergeleken met Kapitein Haddock. Hij wist het wel maar hij kende Kapitein Haddock niet. Toen we terug thuis waren hebben we twee Spaanse kuifjes opgestuurd en kregen 6 maanden later en bedankt kaartje terug. Jammer genoeg moeten we nu vernemen dat hij een tijd geleden gestorven is. Het dorpje is nog wel hetzelfde, we eten lekkere vis en zien vanaf de grote stijger een zeehondje vissen.

We rijden de dag erna verder naar het grote chaotische Lima. We verkiezen de vrijheid boven het stadsgewoel dus we rijden rechtstreeks naar de garage voor de filters en olie te laten verversen en een paar reserve filters in te slagen. Wel vinden we nog net de tijd om een paar lekkere ‘eclairs’ te kopen. Na drie uur garage trekken we verder naar Pachacamac. Deze immense site is eigenlijk het terrein van de archeologen. Je moet ze per auto bezoeken en overal zie je archeologen aan het werk. We hebben een blits ontmoeting met Pieter, een Belgisch archeoloog, die nog maar twee dagen op de site mag werken en ze hebben juist schilderingen ontdekt in één van de tempels. Hij is vriendelijk maar wil vooral verder werken.  We vinden een kampeer plek op een camping waarvan de eigenaars eigenlijk niet zeker weten of het wel of niet een camping is maar dat maakt weinig uit voor de jongens wanneer ze de twee zoontjes zien van de eigenaars. Ze spelen heel de avond en wanneer we ze roepen om te komen slapen zitten ze met de jongens mee aan tafel soep te eten.  Er wordt gekookt op een open vuurtje en het huisje is eigenlijk niet meer dan een afdakje met halfhoge zijwanden. De duiven, katten en honden zitten mee aan tafel.  Het Spaans lukt goed. Jakob verbeterd mij al en begrijpt de mensen zelfs beter als ze iets vertellen.

We hebben al veel oude stenen gezien maar deze willen we er nog bij. Het is de tweede oudste beschaving die ze gevonden hebben in de wereld. Alleen Mesopotamië is ouder. Deze 5000 jaar oude site, genoemd naar de bewoners Caral, heeft heel het denken over de evolutie van noord en Zuid-Amerika op zijn kop gezet. Eerlijk is eerlijk de jongens verheugen zich meer op een verfrissende plons in de rivier vlakbij. Als ze zijn afgekoeld en terug opgewarmd rijden we door naar de bergen.

We zijn terug op hoogte in de indrukwekkende Cordillera Blanca. Het is regenachtig en de mossige groene bergen herbergen de ruïne van Willkawain.  Deze reusachtige graftombes zijn prachtig en ik voel me een beetje in Engeland in deze omgeving.  Echt veel geschiedenis pikken we er niet van op maar de jongens beleven spannende avonturen. Binnen schijnen er schemerlichtjes en zijn er vele hoekjes en kantjes. Terwijl het buiten dondert en bliksemt. Deze cultuur vereerde zijn doden. Plots horen we muziek. Het komt van het kerkhof dat iets lager ligt. Mannen, vrouwen, kinderen en honden allemaal traditioneel gekleed staan in de regen te dansen op het kerkhof op de muziek van een bandje met drum en sax erbij.  Het is een raar iets zo op een kerkhof en we vragen aan de bewaker van de ruïne meer uitleg. Wanneer een persoon sterft leven de mensen voor ongeveer een half jaar tot een jaar in rouw en daarna komt de hele familie samen met de overledene dansen en feesten. Het leven gaat voor en we zullen je nooit vergeten.  Natgeregend verlang ik naar een gezellig huisje met een open haard.  Lieve reageert hier grappend op en verteld me dat we hier niet in het zuiden van Frankrijk zitten… 10 minuten later staan we voor de poort van de Lazy Dog Inn.  Een lodge met een open haard in elke kamer, een centrale leefruimte met een grote haard, een overheerlijk diner en, de aller eerste keer dit jaar, een echte Single Malt.  Tja, reizen is zoals een doos pralinekes; je weet nooit wat je krijgen zal.

 

 

 

 

 

 

 

een reactie

  1. Haha, gelukkig bestaat er Gafa, God, toeval en het lot! 🙂
    Ik herken veel plaatsen waar jullie nu komen. Tja, die toeristen, hé… 😉
    Oh ja en in Zeppelin zijn we nu met zijn allen nieuw zand in onze zandbak aan het scheppen! Superleuk! :-)))

    Groetjes!
    Veerle

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s