Belgen die een droom realiseren: Copalinga (Gkes)

Catherine en Boudewijn realiseren een droom in hun ecolodge Copalinga. Ongeveer 15 jaar geleden besliste Catherine dat een leven buiten België – lees buiten het computerscherm op kantoor- beter voor hen was. Het is ongeloofelijk om te zien wat ze op die tijd hebben gerealiseerd.

Catherine en Boudewijn blijken beiden, net zoals Guy, landbouwingeniers te zijn van het boerenkot in Gent. De verwantschap roept leuke verhalen op. Twee super goede gidsen, Catherine als vogelkenner en Boudewijn als bosbeheerder en specialist kleinschalige waterkrachtcentrale.

Copalinga heeft alles van intelligent bos- en natuurherstel. Tegen de achtergrond van een groot, redelijk intact natuurbos van zowat het meest soortenrijke bostype ter wereld, werd een typisch boerderijlandschap deels herbebost met pionierssoorten, deels open gehouden door begrazing met koeien en nu paarden. Zowel in de open delen als onder het pionierbos (zeg maar de lokale variant van een berken- of wilgenbos) worden vruchtdragende bomen geplant of gezaaid en bevoordeeld door de hand, de machete en de snoeischaar van de beheerder. In combinatie met het stopzetten van de jacht en de brandcultuur, zie je de hoeveelheid dieren en vogels alleen maar toenemen. Met nachtbeelden werden al vier soorten grotere katachtigen gespot, waaronder puma op een boogscheut van de lodges. Vanaf dit jaar zal de ontwikkeling wetenschappelijk opgevolgd worden door het onderzoeksstation van het Podocarpus park in samenwerking met een multidisciplinair team van Duitse natuurwetenschappers.

Meer hebben natuurliefhebbers niet nodig: een goede ontvangst, aangenaam en duurzaam eco(luxe)verblijf en excellente gidsen die de ontelbare soorten op een presenteerblaadje aanbieden langs een uitstekend padennetwerk: tientallen soorten colibries en tanagers, ontelbare varens en andere struiken, mossen en bloemplanten en meer dan honderd soorten orchideeën.

Zo genereert dit privédomein van 100 ha vlakbij nationaal park Podocarpus inkomsten zonder – zoals in 90% van de Andes die wij zagen op onze reis – opgeofferd te worden voor een schamel bestaan op basis van een paar magere koeien, een kudde geiten en schapen en een aardappelakkertje waarvan jaarlijks een stevig deel bergafwaarts wegspoelt. Daarmee geen oordeel vellend over de kansarme inheemse boeren, maar het geeft wel te denken over wat een duurzamer toekomstperspectief zou kunnen zijn.

Overdag betrokken tot tropisch zonnig weer, maar de tweede nacht van ons verblijf regent het vrijwel zonder ophouden: 85 mm op een tiental uren. Ze houden hier al 12 jaar de dagelijkse neerslag bij en Gust, hun zoon van 12 jaar, registreert. De buien van voorbije nacht zijn een record en dat blijft niet zonder gevolg. Op een tiental plaatsen binnen zichtbereik van de lodges zijn er aardverschuivingen geweest: grote kale, paraboolvormige vlekken in het groene boslandschap. De hellingen zijn hier zo steil en de bodems raken makkelijk waterverzadigd, zelfs zonder de desastreuze hulp van de landbouwers, beweegt de aarde hier. We zagen dat al in de Boliviaanse Yungas en Amazone.

Gust kan niet naar school geraken en neemt ons mee op sleeptouw terwijl hij de omgeving verkent om de schade op te nemen. De weg naar het nationaal park is op twee plaatsen overspoeld met modder, stenen en bomen. Bij het innamepunt van de waterkrachtcentrale heeft een flush flood (vloedgolf in een smalle kloof) het voorbezinkingsbekken letterlijk met de grond gelijk gemaakt en de kop van de aanvoerbuis weggeslagen. Boudewijn woont lang genoeg in de gevaarlijke Andes om zonder wanhoop onmiddellijk de herstelwerkzaamheden te plannen. Dat is ook de sterkte van zijn hele technische ontwerp: alleen onderdelen gebruiken die zelf of met materialen en kennis verkrijgbaar in de meest nabije steden als Zamora, Loja of Cuenca, kunnen gemaakt of hersteld worden.

Ook Gust zit die Andesspirit in het bloed. Is het pad veranderd in een puinkegel? Dan hak je gewoon opnieuw een nieuw spoor uit en geniet nog even van een boomstam die je met donderend geraas over de rand hebt geduwd. Is de weg een modderbrij? Gebruik hem zo lang hij niet hersteld is als crossparcours met je MTB.

Gust legt ons die dag talrijke soorten fruit voor die we nog nooit gezien, laat staan geproefd hebben. Hij amuseert zich kostelijk als wij rare bekken trekken van de zure of wrange smaken. Marie en Guy worden door onze jonge gids nog verleid om toch nog even naar de kijkwand te lopen. Bingo: een zeldzame Gray Tinamou rent net weg.
Na het afscheid bij Copalinga slapen we iets buiten Saraguro in de gemeenschap Yamarin. We zijn naar hier gekomen om mevrouw Carmen te bezoeken. Zij maakt kralen juwelen en weeft sjaals en ponjo’s. Het leuke is dat dit geen artesania zijn voor de toeristen maar dat deze nog echt worden gedragen en horen bij de traditionele klerendracht van de vrouwen rond Saraguro. Het adres kregen we van Catherine. Copalinga verkoopt haar juwelen. Op het einde van de weg zetten we onze tent op. De volgende morgen aanschouwen we het dagelijks leven van Saraguro. Het einde van de school (13 uur) brengt alle schoolgaande kinderen op de been. Het dragen van een uniform op school is verplicht voor alle kinderen. Het leuke is wel dat de traditionele klerendracht ook telt als een uniform. Op straat zie je dus een mix.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s