Opleidingscentrum Intisisa, is 13 jaar geleden opgericht door een Belgische organisatie, gelinkt aan Broederlijk Delen. Sindsdien wordt het gerund door vrijwilligers. Eva uit Retie zet zich al drie jaar in. Momenteel helpt ook haar zus Hanne en Eva’s partner Tom. Niet alleen de Belgen maar ook vooral lokale mensen houden het centrum werkende. Eva noemt ze dan ook collega’s.
Het is donderdag laat in de namiddag als we het dorpje Guamote inrijden. Slechts één keer per week bruist het hier doordat het markt is. Alle omringende communidades komen dan hun producten verkopen. We hebben op onze reis nog nooit zoveel indigenos in traditionele kleren gezien. De westerse klederdracht lijkt nog niet tot hier geraakt.
We verblijven in het hotel van Intisisa, de kachel brandt en een gezellige bende heet ons welkom. Ecuadoriaanse vrouwen met hun kinderen vervoegen Europese toeristen in de grote gelagkamer.
We gaan met Eva eten aan een kraampje op straat naast de spoorweg bij de mama van hun kokkin. Een plaatselijke plezante (dronken) meneer, Oswaldo, vervoegt ons. Wie zal er de volgende dag de vriendschappelijk voetbalmatch winnen? Ecuador of Nederland? Op de markt kopen we nog een traditionele damesoutfit voor Lena. De smalle lange rok die strak rond het middel wordt gebonden met een soort kleurrijke band doen ons denken aan een Japanse kimono.
De volgende morgend bezoeken we de kleuterschool en het atelier waar vrouwen samenkomen om te naaien. Er is ook een computerlokaal waar de kinderen uit het dorp toegang hebben tot internet. In de nochtans degelijke schoolboeken staat steevast: zoek op op het internet. Het probleem is evenwel dat zeer veel kinderen die buiten de steden wonen enkel een gsm hebben, zeker geen computer, laat staan wifi of inbelverbinding. In iets grotere dorpen zijn er internetcafés, maar de 50 eurocent per uur is onbetaalbaar voor de ouders. Hanne is die morgend vroeg vertrokken om Engelse les te geven in een bergdorpje hogerop.
Met spijt in het hart verlaten we de gezelligheid en de houtkachel. We rijden weer in de bergen, weer boven de 4000 m en met (beperkt) zicht op de hoogste berg van Ecuador, de Chimborazo vulkaan. De besneeuwde zesduizender is buiten ons bereik, maar we wandelen wel met de locale gids Alfredo naar het laatste stukje inheems bos op 4350 m. (Wie had het ook weer over de boomgrens?). Het is een schamel klein stukje bos op de grens van drie provincies. De 500 jaar oude kronkelige Polylepussen zijn bewaard gebleven op deze rotsige bergkam doordat de aangrenzende boerengemeenschappen het bosje aanschouwden als een heilige plaats.
Ha grappig, mijn tante Janin Wellens is (momenteel nog) voorzitster van Intisisa. Helaas voor jullie is ze “met vakantie” in België tot 12 juni.
Groeten, Tom.