Zuivel is niet de topspecialiteit van Zuid-Amerika gebleken: men legt de beesten blijkbaar liever op de gril, stroopt hun vel af voor sjakossen en cowboyhoeden of scheert hun vacht af voor de weverij, dan dat men ze melkt. Hier in de Andes van Ecuador weten ze echter van wanten. Een paarse Milka koe zou hier weinig verbazing wekken tussen de duizenden Holsteiners en andere alpenkoeien.
Het onooglijke dorpje Salinas was tot de jaren ’70 een negorij van twintig adobe hutten met strodaken bij een opmerkelijke zoutbron (vandaar de naam) in een vallei in de hoogvlakte nabij de Chimborazovulkaan. Drie gebeurtenissen veranderden het dorpje diepgaand: de komst van een Italiaanse Salesiaanse pater, een zware aardbeving in 1994 en de nieuwe weg. Als je nu over de splinternieuwe asfaltweg toekomt, gaat de zoute modderhelling schuil achter een karakterloos allegaartje van betonnen en bakstenen nieuwbouw met de kenmerkende betonijzers uit de platte daken, in afwachting van een toekomstige verticale uitbreiding. De prachtige rotsformatie boven het dorp moet wedijveren met twee grote GSM-masten en een ufo-achtig blauw gebouw dat kan doorgaan voor Oostblokerfgoed. Het blijkt de kaasmakerij te zijn, opgezet door de Salesianen met Zwitserse know-how, waaraan Salinas zijn welvaart dankt. Je kan in heel Ecuador Gruyère, Mozarella, Emmental en Fonduekaas kopen van La Saliniera. Nochtans beweert een local in een prachtige Landcruiser uit 1984 dat de Salesianen de winst van deze business vooral naar de Kerk laten vloeien. Weeral geen Zuivere Zuivel dus.
En hoewel er in geen wegen of velden bos te bekennen is, blijken gedroogde bospaddestoelen het andere exportproduct te zijn.