Las Tunas
Wij zijn naar de Rio geweest! Club Rio is een camping met twee prachtige zwembaden inclusief glijbaan. Jammer dat het water maar 15 graden is. Het is hier koud. ’s Nachts tegen het vriespunt. Gelukkig is het overdag mooi open helder weer. Wij hebben zaaaaaalige slaapzakken. Bedankt Tom van de kampeerwinkel voor jouw tips en advies en voor het ‘passen’ van de slaapzakken. Nooit gedacht dat we ze zo snel nodig zouden hebben.
Verder zijn we ondertussen vergroeid met onze Buffalo’s. Deze geweldige vesten die in Sheffield met de hand gemaakt worden zijn schitterend tegen de koude en de wind. Ze zijn zeer aangenaam om aan te hebben en zijn binnenstebuiten gedraaid met hun zachte pels een perfect hoofdkussen. Koen van Buffalo Systems is een geweldige gast. Kijk zeker is op www.buffalosystems.com voor de outdoor jas der jassen. Licht, compact, zeer warm, en bijna onmiddellijk droog als hij nat is geworden. (We zullen onze promo nog met wat foto’s aandikken!)
Maar De Rio dus: gelegen in de jungle aan de rivieroever van de Rio Parana. Een brede rivier omgeven door jungle met een torenhoge klif. Een schitterende setting. We zijn er alleen. Ondanks het ijskoude water van het zwembad springen onze kinderen er toch even in om daarna rillend maar tevreden in het zonnetje te komen opwarmen. De mensen van de Rio keken verrast en totaal onbegrijpend naar de krijsende kinderen.
We vertrekken de dag erna omdat het toch redelijk eenzaam is op de grote lege camping.
Vlakbij is een klein provinciaal park waar we volgens de gids gratis kunnen kamperen.
Dat klopt en na 100 treden staan we bovenop een klif van het panorama te genieten op de bruine rivier. Helaas is de kampeerplek niet open. We bezoeken dan de schitterende missiepost van San Ignacio. Deze historische missiepost dateert van de zeventiende eeuw. De Missionarissen, Jezuieten, hadden een zeer goed georganiseerde boerderij waar de lokale bevolking kon komen werken en wonen. Dit had zo zijn voordelen voor de indigeno’s: ze hadden altijd eten, ze moesten geen schrik hebben van aanvallen van Portugese slavenhandelaars of Spaanse landeigenaren en er was gezondheidszorg. Het nadeel was dan wel dat je je vrijheid moest opgeven en moest samen leven met leden van rivaliserende stammen. Regelmatig trokken sommigen na een stevige afstraffing van de missionarissen terug de jungle in. Het unieke was dat de voertaal niet het Spaans was, maar wel het inheemse Guarani, door de missionarissen op schrift gesteld. In hun tijd waren deze missies inspiratiebronnen voor de humanistische ideeën over de Rechten van de Mens en de Franse Revolutie. De nederzetting was alleszins indrukwekkend. Vooraan is er een mooi ingerichte ontvangstruimte/museum. Dit is wel een plek waar vele bussen toeristen gelost worden en het is dus niet goedkoop. Het Scherpenheuvel gehalte is hoog. We zijn hier niet alleen maar het is wel een knappe plek.
’s Avond eindigen we op een kleine camping op het einde van de dirtroad vlak bij de Rio. Opnieuw aan de rivier. Het is echter een trieste rommelige camping zonder warm water. We verzinnen zelf een verhaal bij de trieste blik in de ogen van de uitbater, er zijn tekenen dat hij de boel fel wou verbeteren, maar dat lijkt niet gelukt. Voor 100 peso (10 euro) kunnen we het sanitair gebruiken en onze tenten aan de rivier opzetten. De aanwezige honden schrikken de meisjes een beetje af en eentje pist tegen de tafel. Zucht.
s’ Ochtends trekken we weer verder. We stoppen in de stad Jardin America waar we provisie inslaan. De supermarkt eigenaar komt ons persoonlijk begeleiden bij het shoppen in zijn “tienda”. We besluiten de tips van Yourik en Nele in de praktijk te brengen en proberen onze dollars te wisselen tegen 7,5 peso per dollar. (officieel krijg je 5 tegen 1 maar dollars zijn zeer schaars hier en zoals dat gaat ontstaat er een zwarte markt: azul of “blauw” in Zuid Amerikaans Spaans) Dit lukt en nu kunnen we peso naar euro omrekenen 10 tegen 1. Zo worden de Argentijnse prijzen een stuk draaglijker. We voorzien ons van een nieuwe voorraad Dulce De Leche, de lokale choco waaraan sommigen onder ons stevig verslaafd zijn geraakt en besluiten onze eerste zak mate te kopen. De lokale kruidendrank die iedereen –lees iedereen- hier van ’s morgens tot ’s avonds drinkt. We kopen ons een filterpijpje, en een zak van het bittere spul. Het verhaal erachter is dat de Gaucho’s (landarbeiders en cowboys) overleefden op een dieet van (gedroogd) vlees en … (gedroogd) vlees. Dat verteert slecht en maté blijkt de vertering gunstig te beïnvloeden. Jakob is een echte slurpende maté drinker. Hij is naarstig op zoek naar zijn eigen potje en pijpje. In de namiddag stoppen we voor een bezoek aan een lokaal provinciaal parkje met obligate waterval. We maken een stevige wandeling in het park om daarna vast te stellen dat de dag weer ver gevorderd is. We hebben zon tussen 7u20 en 18u. Dat maakt dat we nooit te lang moeten wachten om een kampeerplek te vinden en dat we vaak in het donker staan te koken. Een gezellig maar die avond extreem rokerig kampvuur houdt ons enigszins warm en tegen 10 uur roept meestal onze warme slaapzak. Tinne heeft twee mogelijke adressen om te overnachten. Het meest haalbare in tijd is ‘Las Tunas’ ofwel de cactussen. Na veel zoeken en een picknick tussen de thé plantages komen we bij Nesteo, de eigenaar van Las Tunas aan. We worden begroet door een kleine puppy die onmiddellijk de harten van de 5 kinderen steelt.
Nesteo heet ons bij valavond hartelijk welkom al is zijn agritouristico nog niet helemaal klaar. Hij wilde eigenlijk nog niet op de website van agroturismo argentina, maar de Italianen die hem beheren, wilden hem er willen nillens opzetten. Een dag later weten we waarom. We kunnen zijn cabaña gebruiken en daar de nachten nog zeer koud zijn slapen de kinderen, Johan en Lieve in het huisje. Guy en Tinne trotseren de koude in hun tent. Tot min 3 op twee meter boven de grond! Het is een prachtige plek. Glooiend landschap met een onwaarschijnlijke diversiteit aan bomen en plantensoorten. Nesteo kent elke boom, elk kruid en verteld honderduit over alle verschillende eigenschappen van al deze planten. Hun medicinale eigenschappen, welke bomen best zijn voor meubeltjes, welke voor constructiewerk… In de lagune die op aan zijn boerderij grenst toont hij ons een gigantische cactus. Het is een heuse boom. Het is deze gigantische cactus die de plek zijn naam geeft.
De kleine boerderij herbergt een schoon roos varken, twintig koeien waarvan een pas geboren en een dertigtal kippen. Hiervan worden er drie ter ere van ons, professioneel de nek omgedraaid. Dus nog 27. Ze worden gepluimd, gekuist, ontdaan van hun ingewanden onder de controlerende blikken van onze vijf kinderen. Even later pruttelt er een heerlijk stoofpotje met groentjes, kip en pasta. De familie van Nesteo, zijn vrouw (schooldirectrice), drie kinderen, schoondochter en kleinkind komen samen met ons hiervan genieten buiten in het zonnetje. Op de boerderij staat slechts een eenvoudig houten huis (typisch voor een chacra zoals deze), zij wonen in een huis 8,5 km verder. Ondertussen hebben Jakob en Josse het onderstel van een oude grasmaaier ergens in de schuur ontdekt tussen nog meer oud landbouwalaam (zie verder). Dit samen met een goede heuvel geeft hen uren race plezier. ’s Avonds worden Guy en ik uitgenodigd om samen met Nesteo naar voetbal te kijken. Een wedstrijd binnen de Coppa Libertador. Wij zijn beiden nu niet echt gedreven voetbalfreeks, maar in een houten hut met een kom thee, verse zelf geperste rietsuiker en een houtstoof die slechts de linkerkant van je lichaam verwarmt, wordt voetbal een gezellig tijdverdrijf. Spijtig genoeg is de wedstrijd eerder mak en wordt er pas gescoord nadat wij gaan slapen zijn.
We besluiten onze tenten hier een beetje langer op te slaan.
In de schuur van Nesteo staat nog een beetje geschiedenis. Hij toont met trots zijn oude Fahr (nog van voor de Deutz-Fahr tijd), een tractor van Duitse makelij, een originele Ferguson tractor (nog van voor de Massey-Ferguson tijd) en een Unimog van 1955 nog van voor de Mercedes tijd). Het ding is in verbazend goede en originele staat. Fotootje volg voor de Tommen.
Uiteindelijk wordt het tijd om te vertrekken. Nadat de kinderen de puppy officieel Tomas hebben genoemd en het varken Quinten, nemen (sommige met traantjes in de ogen) afscheid van al dit moois en vervolgen onze weg. We bezoeken het project Comuna Yerba del Paraiso van Eli Pirker. Een Zwitsers-Argentijnse dame die hier met een architect een ecologisch project heeft neergezet. Het houten huis is schitterend. Als een soort slang ligt het tegen de jungle aan. Het groendak moet de hitte buiten houden. Het houten gebouw werd door een architect ontworpen.
Het is niet helemaal duidelijk wat Eli juist wil maar het is niet haar bedoeling om reizigers te ontvangen. Ze raad ons aan om het bij José te vragen aan het begin van de track…