Ché

Lieve, de kinderen en ik verlaten de heerlijkheid El Jardin in Samaipata aangetrokken door de achterliggende bergen.   De Bolivianen hebben een route van dik 800 km door de bergen uitgestippeld waarlangs Ché Guevara zijn sporen achterliet om heldhaftig in het zand te bijten.

Na zijn succesvolle revolutie in Cuba die hem een ministerpost of drie en een luizenleventje opleverde, besloot de jonge Argentijnse dokter dat er nog meer werk aan de winkel was.  Hij trok opnieuw zijn guerilla pak aan en ging er met een handvol getrouwen op uit om vanuit het verarmde Bolivië een guerrilla op gang te trekken en zo alle uitbuiting en armoede uit te roeien. De Boliviaanse regering kreeg al snel lucht van zijn plannen, en toen de Amerikaanse CIA bericht kreeg van wat hun gehate Cubaanse vijand van plan was, trainden ze samen met de Bolivianen een anti guerrilla team en bonden de strijd aan.  Diep in de Boliviaanse bergen vinden verschillende gevechten plaatsen en op 7 oktober wordt Ché in het nauw gedreven, verwond en gevangen genomen.  Een dag later wordt hij geëxecuteerd in La Higuera en zijn lijk overgebracht naar het stadje Vallegrande.

Tanken doen we even voorbij Samaipata aan de lokale prijzen. (buitenlanders betalen normaal het drievoud, maar als er voor de pompbediende wat in zit en er is geen controle in de buurt kan het heel soms aan Boliviaans tarief) 40 euro voor 120 liter diesel.  Het zal even duren voor ik ooit nog is zo goedkoop kan tanken.  We arriveren laat in Vallegrande waar we naast de busterminal een kampeerplek vinden.  In de auto wordt gepraat over de meest diverse onderwerpen.  We vertellen ook over Ché en de Ché route die we gaan volgen. ’s Avonds merkt Jakob op: “Echt gezellig gepraat vandaag he.  Over Seks, over Liefde en over de revolutie!”

Vallegrande is een fijn bergstadje met een schitterende markt.  We bezoeken het hospitaal waar Ché zijn ontzielde lichaam werd tentoongesteld aan journalisten en het museumpje waar een verdieping aan Ché is gewijd.  Er ontkiemt een revolutionair zaadje in onze kinderen er wordt honderduit gepraat en gevraagd over Ché en zijn ideologiën en plannen. Ik moet elke letter in het museum vertalen.  En aangezien alles in het Spaans en het Engels staat gelooft Jerom nooit dat ik alles vertaald heb.  Onderweg pikken we een Fransman op die in zijn eentje een aantal maanden door Zuid-Amerika trekt.  De mooie bergroute brengt ons bij La Higuera.  Het gehucht –er staan echt maar 7 huisjes en een schoolgebouwtje van één lokaal- werd het eindpunt van Ché zijn guerilla.  Hun locatie wordt verraden door een boer die hen ’s nachts door de vallei ziet trekken.  Deze boer is later naar Santa Cruz verhuist en stierf vorig jaar pas verteld onze gidse.  Nadat hij hier vlakbij in een vallei in het nauw wordt gedreven, zetten ze hem gevangen in het klaslokaal.  ’s Ochtend komt het bevel om hem zonder verdere uitleg te executeren.  Twee soldaten stappen het klaslokaal binnen en schieten Ché en zijn medegevangene zonder omwegen neer.

Wij kamperen bij het gezellige hotelletje/camping La Telegrafista, waar vroeger het lokale telegraaf kantoortje was en waar een van Ché zijn guerillas 46 jaar geleden hun laatste berichten stuurde.  Het gehuchtje is geladen met sfeer en verhalen, maar ook ontzettend mooi gelegen.  We wandelen twee uur met een oude vrouw als gids –de eigenaar van het valleitje en het riviertje waar Ché gevangen werd genomen- en krijgen van haar de revolver van Ché te zien die haar man daags na de strijd heeft gevonden op de plaats waar nu een gedenkteken is aangebracht.  De vrouw was 20 toen de geschiedenis geschreven werd.  Zij herinnert zich vooral dat ze dagen lang in de bergen moesten onderduiken toen Cubaanse represailles de regio teisterden.  De vervallen hut waar Ché een week verbleef, de revolver, Cubaanse represailles…  We proberen fictie van non fictie te scheiden, maar als we onder de brandende zon de bergpaadjes opklauteren doorleven onze kinderen in ieder geval elke pas van de legendarische held.

We trekken verder door echt woest gebergte.  We begrijpen dat het hier bij regenweer levensgevaarlijk is en zien dat de weg op tal van plaatsen jaarlijks volledig wegspoelt.   We halen nooit het volgende stadje en op 75 km voor ons doel rijden we een eindeloze rivierbedding in waar we in de kant een beschutte plek vinden om onze tent op te zetten.  Tegen de harde wind en het zand in wandelen we naar de rivierbeding en ontdekken daar een heleboel sporen in het natte zand. We aanschouwen de mooiste maansopgang die we ooit zagen en voelen ons alleen in de grote wereld.  De volle maan verlicht heel de rivierbedding en de hete wind brand onze huid en maakt van onze auto opnieuw een volle zandbak. ‘s Morgens ontdekken we sporen vlakbij onze auto. Een rover heeft zich tegoed gedaan aan de resten van ons avondmaal die we in een putje in het zand hadden begraven.  Dat de katachtigen zo vlak bij ons kamp rondsluipen maakt het extra spannend.  Als we de dag nadien op de ‘routa principal’ –zoals een lokale wegarbeider het zanderige pad vol zand, putten en rotsen noemt-  aankomen, blijkt dat van asfalt geen sprake is.  De weg is een uitdaging en wentelt zich door het gebergte.  We rijden op één meter langs afgronden, door kloven en wouden.  We eten kip met rijst in een lokaal ‘restaurantje’ en zetten onze weg verder.

We slapen naast een overland truck waarin een vriendelijk Oosterijks koppel de tegenovergestelde richting volgt naar Sucre.  Ik zet voor het eerst in vier maanden onze tarp op tegen de regen.  We geven les en maken lekker eten terwijl de regen boven ons hoofd tokkelt.  Als het de volgende dag donker wordt vallen onze lichten uit.  Het aanhoudende geschok heeft –zo zal later in Valdes blijken- een relais beschadigd.  Gelukkig heb ik de grote spots op de bumper.  Een uurtje en veel geschok later doen de lichten het echter weer en rijden we veilig het asfalt op naar Camira waar we Guy en Tinne terug ontmoeten.  Ze vonden een plek bij een vrouw die een muziekfestival organiseert in de stad.  De muzikanten die eveneens bij haar thuis verblijven –wij kamperen in haar tuin- zingen verbluffend mooie liedjes voor ons.  Mailen en Pablo spelen samen maar het is vooral de stem van Mailen die ons allemaal treft.  Het meisje is klein, ziet er veel jonger uit dan ze is maar zingt met een eerlijkheid en kracht die ons dagen lang zal beklijven.

Wij rijden vier dagen tot ’s avonds laat door eindeloze pampa.  En we komen aan in Puerto Piramides.  Morgen ontmoeten we de Zuidkapers.  We zullen foto’s posten van zodra we een degelijke internetverbinding hebben.

een reactie

  1. Tom Van de Vel · · Beantwoorden

    Heel erg benieuwd naar de zuidkapers

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s