Het Grote Eiland Chiloe

Van het “Spaanse temperament” dat wij volgens het cliche de Zuidamerikanen toedichten hebben de Chilenen het minste. Op Chiloe lijkt een soort Scandinavische stugheid deel uit te maken van de volksaard (misschien is het het Mapuchebloed).

Het centrale deel van het eiland langsheen de Panamerikaanse snelweg Ruta 5 is een ordinair, volgebouwd landschap dat in Vlaanderen zou passen, maar de kustlijn… Aan de westkant stort de Pacifische Oceaan zich bruisend te pletter op desolate stranden en rotseilanden, een speeltuin voor walvissen (de Zuidkaper en de Blauwe Vinvis) en pinguins (de Humboldt en de Peruviaanse). We kamperen en wandelen in een enorm duinengebied aan de monding van de Chepu. In 1960 werd de hele vallei hertekend door een megatsunami, na een van de zwaarste aardbevingen ooit op aarde geregistreerd. Vanuit de hoogte hebben we prachtige panoramas. Dat blijkt op Chiloe de toestand: voor je aan het strand op zeeniveau geraakt, moet je een bloedstollende helling af. Ze doen hier niet aan haarspeldbochten, liever recht door zee, he. Het grind is ook uitzonderlijk stoffig en opvliegend, een koplamp sneuvelt na een voltreffer. Als je dan met roodgloeiende remmen of brullende motor beneden aankomt, rest je enkel in alle rust naar prachtig Unesco werelderfgoed te staan staren. Ze hebben hier immers niet alleen de liefste houten vissersbootjes ter wereld, er zijn ook tientallen houten kerkjes langs de oostkust van het eiland. De Jezuieten wilden de Golf van Ancud en Corcovado tooien met sieraden, een religieus utopia zoals dat van hun missies in Argentinie, Paraguay en Bolivie.

De kerkjes staan dan ook steevast vlakbij de waterkant aan het baaitje van een visserdorpje, waar de boten op het strand uitrusten van hun dagelijkse taak. Qua schoonheid mag je ze naast hun Roemeense of Poolse voorgangers (het waren Missionarissen uit Centraal Europa) rangschikken, al lijken ze een pak jonger. Als het Chileense oerwoud van duizenden jaren oude Alercebomen ergens voor moest sneuvelen, dan waren deze kerkjes wel een waardige reden.

In San Juan valt weer een plaatje in elkaar, als op enkele passen van en evenwijdig met het lange, driebeukige schip van de kerk het witte karkas van een nieuwe boot uit een werkschuur geboren wordt.
Tinne slaat nog even wat lokaal artisanaat in, rieten vismanden, en dan begint onze tweedaagse autotrek naar het midden van Chili.

Gelukkig ontdekken Lena en Marie langs de tolweg -ook wij doen die 1000 km- een nieuw fenomeen: de Copec tankstations met drinkfonteinen op de parking, snackbars en wifi.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s