Tussen Cordillera en Precordillera

Argentinië / Gkes

De grensovergang tussen Santiago, Chili, en Mendoza, Argentinie, is dan een behoorlijke drukke hoofdroute, het is vooral een spectaculaire bergpas tussen de hoogste toppen van de wereld buiten de Himalaya. We vangen bij avondzon een glimp op van de Aconcagua (net geen 7000 m). De Andesbergketen, is hier van nature ongelijk verdeeld tussen beide landen. Vanuit het westen stijgt de weg onverbiddellijk steil over minder dan honderd kilometer naar de tunnelpas op 3000 m. De Chilenen houden het beton van de ontelbare haarspeldbochten in topconditie, maar toch blijft het niet om mee te lachen. Getuige een gekantelde camion omgevallen als een plomp meubel bij een verhuis. Of is hij flauwgevallen in de lange puffende rij van vrachtwagens die veel weg heeft van een legotreintje op een veel te kort slingerparcours in een kinderkamer.

In vorige eeuw verving een echte trein nog de muildiercaravaan op deze pas. Onder de stralende zomerzon lijken de ruines van kilometers lange overkappingen over de oude sporen wat grotesk. Maar als ook de super efficiente Chileens-Argentijnse in een enorme donkere veilinghal blijkt te zitten, moet de sneeuwval hier ’s winters wel echt menens zijn.

Het aanbod om in de legerkazerne van de Argentijnse Alpenjagers te logeren, slaan we pas op het laatst af (te duur), al was de ontvangst in de “hotellobby” wel uitnodigend, zo in camouflagepak met een zwaar machinegeweer op de heup. Als we wildkamperen nabij Puente del Inca, blijkt ’s ochtends dat we bovenop het muilezelpad staan. Maar ook wij kijken er al niet meer van op als een gang van zwijgzame gauchos zonder ons een blik te gunnen met 50 ezelpaarden rakelings langs onze tentladders draaft.

Aan Argentijnse kant gaat de afdaling heel geleidelijk, langs opeenvolgende aardplooiingen en vlaktes van erosiemateriaal die zelf ook weer ingesneden zijn. Het pallet van kleuren en texturen van de rotslagen is eindeloos en was zelfs Charles Darwin al opgevallen toen de Beagle-expeditie hier passeerde.

Dit is het land waar de rotsen leven. Er zit letterlijk schot in de zaak, want de aardbevingen komen hier snel en krachtig. De steden Mendoza en San Juan werden vorige eeuwen meermaals simpelweg genivelleerd, bijvoorbeeld toen een relatief klein, lang geleden gedoofd vulkaantje in de buurt zich nog even “zette”. Lena vraagt bij steile rotswanden naast de weg vaak of er niet elk moment stenen kunnen vallen. Gewoonlijk kan papa dat nogal relativeren. Maar hier begint hij toch zelf te twijfelen. De smalspoorlijn is nog maar enkele tientallen jaren verlaten en toch liggen overal grote rotsblokken en veel puin over de sporen heen.

Verder noordwaarts, in de lange vallei van de Rio Blanco, blijkt dat ook krachten uit de hemel hier verkeerswegen op korte tijd kunnen wegvagen. We nemen een provinciale weg. Die zou “feo”, slecht, zijn maar wel doenbaar met onze camionetta, een 4×4. Hoewel er geen asfalt ligt, reed hier tot voor enige jaren de lijnbus nog over het grind. Nu is op tientallen plaatsen de weg doorgesneden door droge geulen. Soms steekt de betonnen duiker, waar eens de weg over liep, een meter of twee boven de sliertige voren die het regenwater tijdens apocalyptische stortbuien in het grind heeft geploegd.
Omdat een vers autospoor onversaagd rechtdoor loopt, hebben we er vertrouwen in, zelfs als we over lange trajecten ploeteren met vergezichten van mulle zandsporen tot aan de verre einder waar ook een paar windhozen even de weg oversteken.

Een reusachtig, wit Christusbeeld op een heuvel doet vermoeden dat we het dorp Iglesia, Kerk, bereikt hebben. Maar nee, een of andere diepgelovige, heeft hier op tientallen kilometers van elk teken van menselijk leven tot vermaak van de vossen, nandus en guanacos een hogere dimensie willen toevoegen. Behoorlijk bombastisch op een plek tussen de Cordillera en de Precordillera, waar je makkelijk drie verschillende bergformaties met besneeuwde toppen en meerdere niveaus van hoogvlaktes in een blikveld kunt vangen. Zo groots dat het wel Gods werk moet zijn geweest.

Dan moet die groene oase van kaarspopulieren het dorp wel zijn. Weer mis, een verlaten gendarmeriepost, enkele gauchos op een Alpacakwekerij en een verweerd bord: nog 35 km. Gelukkig blijven onze meisjes doodkalm… ze spelen een volgend rondje Mine Craft of Minion Rush of luisteren naar het relaas van de veldslag bij Poitiers, door schildknaap Jan van Veere aan de Jonkvrouw.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s