Bolivië / Johan en Lieve / We komen in Tupiza aan, 100 kilometer voorbij de Argentijnse grens, in de gietende regen. De straten zijn rivieren. We vinden een onderkomen in La Torre. Een fantastisch hostelletje met een zeer vriendelijke uitbater. Roberto legt ons uit dat het national park Eduardo Avaroa, beter bekend als ‘Sud Lipez’ of de ‘Lagunas Colorado’ en de trip verder naar de Salar de Uyuni -de grootste zoutvlakte ter wereld- onmogelijk is zonder duidelijke GPS coördinaten. Er zijn geen wegen, enkel sporen die voordurend opsplitsen. Het hele traject ligt dan nog is tussen de 4500 en de 5000 meter hoogte. Na een beetje overleg stelt hij voor om met onze auto één van zijn tours te volgen. We hoeven niets te betalen. Hij stelt ons zijn mecanicien en de gids voor en geeft hen duidelijk opdracht goed voor ons te zorgen. We moeten voor vier dagen water en voedsel en voor 1300 kilometer diesel meenemen. Het regent ontzettend hevig en de wegen voorspellen weinig goeds. Alles in acht genomen, nemen wij dankbaar Roberto zijn voorstel aan en vertrekken we ‘s ochtends in colone met 4 Vlamingen, een Spaans en een Engels Koppel, kokinnen en gidsen verspreid over drie Toyota Land Cruisers.
Maar we zijn dus gestrand. We waren reeds 3 uur samen onderweg toen er een kloppend en kletterend geluid uit de motor kwam. We bellen met Wouter, (Desert Foxx) en overleggen met een van de gidsen. Ik vijs één en ander uit elkaar om zoveel mogelijk oorzaken uit te sluiten en zo het geluid te detecteren. Helaas moeten we besluiten dat het geklop van binnen in de motor komt. Onze satelliet telefoon bewijst dit maal zijn nut. Na drie uur komt een Toyota ons slepen. Met een ijzeren barretje van één meter tussen de twee auto’s vertrekken we. Over glibberige bergpaden, door rivieren en langs steile hellingen naar beneden doen we er 5 uur over (tegen 10- 20 per uur) om terug in Tupiza te komen. Lieve, de jongens en de hele inboedel van de Land Rover werden overgeladen in de Toyota omdat hij anders de zware Defender niet op de gladde steile paden omhoog kreeg gesleept. Uiteindelijk lukt het om overal door te laveren en komen we veilig aan. Ik verkleumd weliswaar, want op 4000 meter hoogte in de regen zonder verwarming duren 5 uren glibberend en glijdend en starend op een logo van een Toyota Land Cruiser erg lang.
De volgende ochtend wordt om 8 uur bij een locale garage heel de motor uit elkaar gedraaid. Voor de ingewijden: één van de drijfringen van de tuimelaars is op de as verschoven en de tuimelaar is ernaast geschoten, afgebroken en heeft een tweede kapotgeslagen. De cilinders zijn niet geraakt, de kleppen ook niet, maar ik moet nieuwe tuimelaars en een nieuwe aandrijfas hebben. Oorzaak? Onbekend. De motor heeft nog net geen 100.000 kilometer gelopen en de wagen is net drie jaar oud. Om het kleppen deksel en de tuimelaars te verwijderen moest -hoe kan het ook anders- alles dat tegen de motor hangt zoals airco, dynamo, injectiepomp, timing, visco, etc etc natuurlijk verwijderd worden. De ‘coulas’ moest er gelukkig niet af. Na vier uur vijzen ben ik met de kapotte stukken in ons hotelletje aangekomen en op zoek gegaan naar de onderdelen.
Land Rover Bolivië bestaan gewoon niet, Land Rover Argentinië moest de stukken van Engeland laten komen en dat duurt 25 dagen. Het is vrijdag namiddag (= 5 uur voor België) dus het wordt wachten tot maandag om iets van België te horen. Ik probeer nog bij Ford Argentinië – in onze Land Rover zit een Ford motor en die rijden in Argentinië veel rond maar krijg niet het juiste mail adres te pakken en moet ook hier geduld oefenen tot maandag. Wij gebruiken de komende dagen om extra les te geven, een paar van de wandelingen rond Tupiza te doen en een ritje te paard te boeken. Op de wandeling naar Entre Rios (waar twee grote rivieren samenvloeien) zetten onze kinderen hun beste beentje voor en wandelen 16 kilometer onder de schroeiende zon.
Maandag horen we dat ook bij Ford -dezelfde motor zit in Ford Transit camionetten- dit onderdeel zelden faalt en dat ze het vanuit Amerika moeten bestellen. 20 werkdagen wachten. Uiteindelijk wordt het onze garage in België die ze -dank je wel Jan- in garantie uit voorraad kan leveren. DHL doet er 5 werkdagen over om alles tot in Bolivië te krijgen. Dus we zitten hier minimum een weekje vast. Dat valt al bij al nog mee als alles goed loopt.
Op dinsdag trekken we de bergen in met het paard. We draven en galopperen door de dorre bergen, we verwachten cowboys en indianen, komen bij de voordeur van de duivel, rijden stapvoets langs dieprode rotsformaties, draven (daveren, want lichtrijden met Josse op mijn schoot is niet evident) langs de Canyon de Los Machos vol met rotsen als fallussen, en de Canyon De Los Incas. Een mooie kloof met watervalletjes waar vier kilometer verderop een kleine Inca nederzetting stond waar de Spanjaarden slag leverden.
Na wat twijfelen overhaalt Lieve mij om met de bus naar Potosi en Sucré te reizen. Ik wil wel maar mijn maag is nogal tegen bussen op bergwegen. Als de enige huurauto 130 dollar per dag blijkt te kosten kruip ik gedwee tussen een 14 jarig Boliviaans boeren meisje en een borstvoeding gevende vrouw op de achterbank van een kramakkelig busje het avontuur tegemoet.