Na een korte nacht trekken we verder naar La Paz. Met het idee van straks in de grote stad te kunnen douchen, de auto’s binnen en buiten te poetsen, de was te doen, naar een supermarkt te gaan en nog van die luxedingen. Maar na ongeveer twee uren rijden botsen we op een wegblokkade van mijnwerkers. Ze protesteren tegen een nieuwe wet die ernstig in hun nadeel is. De regering heeft hen vertelt dat ze tot 18u de tijd hebben om de weg terug open te maken, anders komen ze met het leger. De mijnwerkers raden ons aan om niet in de buurt te blijven met de kinderen als dat gebeurt want het kan er grimmig aan toe gaan. Gerry, nu al met twee dagen vertraging ziet het even niet meer zitten. De arme man heeft door stress en muggenbeten al drie nachten amper geslapen. Ook de telefoontjes met zijn strenge Duitse baas doen er geen goed aan. We proberen een alternatieve route maar na een half uurtje blijkt deze ook geblokkeerd te zijn. Onze mannen drinken koffie en komen tot het besluit dat Gerry best probeert de blokkade te voet over te steken, een taxibrommertje te nemen tot aan de volgende blokkade, weer te voet over te steken en dan met een taxi verder naar La Paz te gaan. Guy brengt hem na het afscheid naar de blokkade en wij eten spaghetti. De jongens vinden een berg zand en spelen mijnwerkertje met wegblokkade. Er is nog één weg via Chulumani. Recht door Zuid-Yungas. Een gedeelte waar ook vele zwarte voormalige slaven leven. Ook hier een ‘maar’. De weg is hier geblokkeerd door werkzaamheden aan de brug. Dit gaat duren tot 17u Boliviaanse tijd. Dus om 18.30 kunnen we passeren.
Nu Gerry veilig en op tijd bij zijn volgende groep is geraakt nemen we onze tijd. We eten pannenkoeken, doen school en kuisen de auto’s vanbinnen. Onze slaapplaats was onder het raam van een schooltje, op de speelplaats. Wanneer de lessen voorbij zijn komen een paar kinderen vrolijk met onze kinderen spelen. Als de meisjes in het oog krijgen dat we de auto poetsen beginnen ze ons spontaan te helpen. Tegen de middag moeten we verder. We hopen snel in La Paz te zijn want de Defender zijn geld is op en de Discovery heeft nog genoeg voor drie dagen eten en hopelijk een beetje diesel indien nodig. In het volgende dorpje horen we opnieuw dat alle wegen naar La Paz geblokkeerd zijn. Voor ons betekent dat alle wegen naar de supermarkt, de carwash, de deftige douche en vooral geld en diesel.
Op dag 3 luisteren we naar het nieuws en vernemen dat er een schermutseling is geweest en dat twee mijnwerkers neergeschoten zijn. De wet is nu wel geseponeerd maar de woedende mijnwerkers houden alle blokkades op de hoofdwegen naar La Paz aan. Langs de weg die wij volgen kunnen we La Paz normaal gezien binnen rijden. We doen school en gaan op pad langs appelsienen-, coca- n mango plantages, kleine dorpjes en mooie maar smalle weggetjes met afgrijselijk diepe afgronden. We ontdekken duizenden verschillende tinten groen. Af en toe kruisen we een taxi die uit La Paz komt en dat geeft ons moed.
Na de middag vraagt de Discovery om te stoppen. Ze hebben een probleem aan de motor… We draaien terug en ontdekken als snel dat het probleem niet zo eenvoudig op te lossen is. De olie uit het stabilisatiesysteem lekt aan één van de pistons en de pomp is droog gelopen en lekt nu ook. We proberen de olie bij te vullen maar die gutst er dadelijk uit en verbrandt op de heet gelopen pomp. Na enig overleg besluiten we de Discovery te slepen als het bergop is en dat Guy bergaf de motor laat lopen om de remmen goed te kunnen gebruiken. We zoeken zo snel mogelijk een bivak aan een rivieroever. We ontdekken een dode slang die door de kinderen grondig onderzocht en eervol begraven wordt. De mannen onderzoeken of er enige oplossing mogelijk is voor het probleem. Zonder nylon kous lukt het echter niet.
De vierde dag lijkt de staking ons ver weg. We zitten bijna zonder geld in het midden van de Yungas op een gevaarlijk bergpad, twee dagen verwijderd van de beschaving met een defecte Discovery. We vertrekken zo vroeg mogelijk en vinden dit wel een geschikt moment om onze tweede pedagogische studiedag van het jaar op te nemen. We zien geen andere mogelijkheid dan het systeem van de vorige dag. Bergop sleept de Defender, bergaf koppelen we los en hopen dat de verhitte pomp genoeg is afgekoeld voor de afdaling. We vragen hoever het dorp Palca is en krijgen 3u en 5u en 4u te horen. Stilletjes aan worden we meer en meer Boliviaan wanneer we tegen elkaar zeggen dat we er zullen zijn wanneer we er zullen zijn. Na twee uur rijden is het plots nog maar 2u. Na drie uur rijden is het nog 2u rijden. En na vier uur rijden is het nog maar twee uur rijden. Ons tijdsbesef vervaagt. De kinderen doen het geweldig, ze houden zich rustig, geduldig. Je hoort ze niet klagen op de achterbank. De hele dag op de achterbank zitten, vraagt toch enige inspanning. Gelukkig hebben we luister verhalen van Roald Dahl en terwijl de Queen of England in haar paleis ontbijt met de Grote Vriendelijke Reus en Sofie, zet haar avontuurlijkste automerk een onwaarschijnlijke prestatie neer. De Defender sleep de 2600 kg zware Discovery en zijn eigen kleine drie ton vanuit het laagland meer dan 3500 meter naar boven tot over de hoogste pas van 4500 meter. Slechts eenmaal gaat het mis en met een klap breekt het ijzeren trekpunt van de Discovery af. Met Guy zijn Zwitsers zakmes zagen we een stukje uit de voorbumper van de Discovery, die er wonder boven wonder nog helemaal aanhangt, zodat we het sleeplint aan de andere kant kunnen bevestigen. We zwoegen de hele dag tegen 10 a 20 km per uur langs ontzagwekkend mooie valleien met idyllische boeren taferelen en indrukwekkend besneeuwde bergtoppen. Net op de top na een zeer lange klim verliest de koppeling van de Defender druk. De koppeling vloeistof is oververhit geraakt. Na de afdaling is ze afgekoeld en is het euvel verholpen. Oef. De 3u,5u,4u zijn uiteindelijk 10u geworden tot in Palca. We besluiten om hier te overnachten en morgen het laatste stuk naar La Paz te ondernemen.
De vijfde dag ondernemen we het laatste stuk. Nog 1u word er ons vertelt, we blijven optimistisch of gewoon naïef, maar we geloven het. De stille vragende blikken in de mensen hun ogen blijft. Wat doen de twee volledig met opgedroogd slijk besmeurde auto’s in hun dorp? Waarom sleept de ene de andere? Als we vertellen dat we van Rurrenabaque komen, lachen ze beleeft en denken ze met hun ondoordringbare hoogvlakteblik er het hunne van. Wanneer Josse ‘na één uur’ enthousiast roept dat hij een AA bus ziet weten we dat er zijn. We hebben er vijf dagen over gedaan. Langs de gewone weg hadden we op drie uur in La Paz geweest. Stiekem geeft het ons een beetje een goed gevoel dat de mijnwerkers nog steeds staken. Onze tocht is dan toch niet helemaal voor niets geweest.