We (de Jkes) bezoeken de ruine en het museum van Chavin. Deze ruïne heeft een groot ondergronds gangenstelsel waarin de jongens boeman spelen en zich schitterend vermaken. De zeer slechte weg erheen kronkelt zich door de schitterende witte bergen. Twee Zweedse dames uit de Lazy Dog Inn rijden met ons mee. Ons oorspronkelijk plan was om in Chavin te blijven slapen maar het is gezellig en we besluiten om terug naar de Lazy Dog Inn te gaan. Jammer genoeg zijn de kamers volzet maar we mogen in de tuin in onze tent slapen.

S morgens moeten we de jongens weer in de stallen gaan zoeken. We vertrekken naar Huanchaco waar we hebben afgesproken met de G’kes. Onderweg stoppen we bij Cerro Sechin. Deze vindplaats spreekt tot de verbeelding. Deze stam hakte namelijk naar lieverlee armen, benen en hoofden af. Ze trokken tongen, ogen en oren uit en offerden zo vrolijk al hun gevangenen en misdadigers. Er zijn massa’s afbeeldingen van deze gruwelijkheden in de rotsen afgebeeld en er is nog veel meer verstopt onder dikke lagen puin en woestijnzand.

Laat in de avond komen we aan bij de Gkes die ons enthousiaste verhalen vertellen over het surfen. We zijn snel overhaalt en plannen de dag erna een surfdagje. De Jkes doen het ongelofelijk goed en staan alle drie dadelijk recht op hun plank. Zelfs de leraars zijn onder de indruk. Het lijkt ons al te gemakkelijk. Als we later op de dag zelf eens proberen geraken wij als volwassenen niet éénmaal recht op de plank.