Josse is groot geworden, zijn baby buik is een strakke jongens buik geworden. Hij wandelt en rent mee met de rest. Hij heeft de stevigste en sterkste stappersbenen van ons vijven. Kent alle cijfers en letters, maakt vorderingen met lezen, tellen in drie talen (Nederlands, Spaans, Engels tot twintig) Heeft lange haren. Gaat helemaal alleen naar het wc in alle omstandigheden. Verdwijnt in het restaurant om zelf nog wat brood te bestellen waarna papa en mama de dienster terug wegsturen daar zij niets besteld hebben waarna Josse haar terugroept en zegt dat HIJ dat besteld heeft. Het enige waarvan we nog zekerheid hebben is dat zijn trouwe vriend “duim” nog steeds zijn metgezel is. Zelf vindt hij dat duim maar is moest ophouden met steeds maar in zijn mond te zitten, maar hoe hij dat aan duim moet duidelijk maken weet hij nog niet. Wanneer Jerom opmerkt dat elk paard zijn eigen zadel heeft, gemaakt naar de rug van het dier antwoord Josse: “natuurlijk het is zoals dat regen uit de juist wolk moet komen”. Aan de stomende, borrelde geisers staat hij plotseling stil en kijkt nadenkend van de geiser naar de lucht en verzint zelf opnieuw de klassieker: “dus hier maken ze de wolken” Volgens mij is hij de kleinste surfer ooit in de Peruaanse wateren. Het feit dat hij eigenlijk nog niet echt kan zwemmen houdt hem niet tegen om met surfpak en zijn trouwe reddingsvest het water in te gaan. Tijdens onze wandelingen die soms lang, nat en vermoeiend zijn blijft hij praten. Over zijn plannen om later elk model van Land-Rover te kopen en in welke kleur en waarom. Grappig is dat hij daarin een stap voor is op zijn vader want die kan nooit vertellen waarom. Als we vragen om nu eindelijk even te zwijgen zegt hij: “Ik ben de onstopbare praatmachine” en daar moeten we het dan mee doen.
Jerom is en blijft onze dierenvriend. Nog steeds zorgt hij voor onze waakhonden s’nachts. Hij geeft ze eten en liefde en de honden beschermen hem met hun leven en wij profiteren daar gelukkig mee van. Buiten een goede ruiter ontpop hij zich als de meest coole surfer, met zijn lange blonde haren en zongebruinde huid. Groot is zijn opluchting dat er in Ecuador toch nog echte indianen met lange zwarte vlechten rond lopen. Hij kan nu ook zonder zorgen een mooie vlecht maken. Hij is de reiziger van ons. Hij mist vrienden, school en familie wel maar houdt zo van de natuur en de vrijheid dat hij nooit nog in de stad wil wonen. Hij werkt hard voor school en heeft hij zich ontpopt tot de boekenwurm van de bende. Dikwijls zit hij ergens verstopt met zijn boek.
Jakob is steeds gefascineerd door de kleine dingen. Kleine botjes van dieren, stenen, insecten… Wel eigenlijk ook wel door hele kadavers en complete koeienschedels, maar meestal ziet en vindt hij dingen die wij niet opmerkten en luistert graag naar Guy die over al die kleine wondertjes altijd wel iets weet te vertellen. Het liefst gaat hij ergens zitten graven, ontdekken of knutselen. Met als enig hulpmiddel een bolletje touw en zijn zakmes maakt hij ook vele wonderlijke dingen. Wapens, stroppen, kampen, Playmobil nederzettingen en vele andere dingen. Hij heeft zijn ongelofelijke fantasie nog meer doen ontwikkelen door de luisterverhalen tijdens de autoritten. Overal waar we uit de auto stappen verandert zijn wereld in een fantasie wereld waarin hij zijn broers mee op avontuur neemt. Ze spelen “orkje” of een Engels bataljon soldaten (met drie) of eender welke verhaallijn er maar eerst in hem opkomt. Het moet gezegd, de landschappen waar we door trekken lijken wel de mooiste uit de Lord Of The Rings films of veranderen in een oogwenk en passen perfect in Roald Dahls beschrijvingen van het Engelse platte Land. Hij werd samen met zijn vader helemaal gegrepen door Roald Dahl. Op deze reis heeft hij vijf boeken van hem gelezen en nog eens vijf verhalen gehoord in de auto. Ook Jakob was een knappe surfer. Net zoals bij skiën doet hij dat helemaal volgens de regels en heel gedisciplineerd. Op school groeit gestaag zijn werkdiscipline. Hij wil nog wel grote reizen maken maar niet meer voor zo lang. Toch geniet ook hij van het buiten zijn en zonder grenzen de natuur in te trekken en vooral om echt vrij te zijn.