Haciendas hebben in Ecuador een bittere nasmaak. Eva van Inti Sisa vertelde ons dat de meeste van deze monumentale herenboerderijen in verval zijn. Pas in de jaren 1960 was er een grote landhervorming waarbij het feodaal systeem met traditionele grootgrondbezitters (waaronder trouwens ook Jezuïeten en andere ordes) en regelrechte slavernij, werd stopgezet. Heel wat oude mensen hebben deze tijd dus nog gekend. Nabij Ibarra in het noorden is er zelfs het tragische verhaal van een lokale boerengemeenschap die zo’n hacienda kocht van de privé-eigenaar en in de huidige slechte landbouwconjunctuur de schulden niet kan afbetalen voor grond en gebouwen waarop waarschijnlijk hun grootouders voor minder dan geen geld hun bloed, zweet en vrijheid lieten.
Tussen Pujili en Zumbahua verblijven we toch op een kleine hacienda, Posada de Tigua genaamd. In de Andes in Ecuador hebben we, met als verrassende uitzondering de vallei rond Saraguro, nog weinig mooie huizen gezien. De smakeloze dozen met betonnen ribben en baksteenvulling zijn echt intriest en het enige verschil tussen platteland en stad, lijkt dat ze gewoon dichter bij elkaar staan en een verdieping of twee extra hebben. Later leren we dat de vervanging door modern spul van de traditionele woningen van adobestenen of houtvakwerk met leempleister en met pannen of strodak op een dertigtal jaar tijd compleet is doorgevoerd, mede door heropbouw na een zeer zware aardbeving in de jaren 1990. De Posada de Tigua is een gelukkige uitzondering en de eenvoud van de inrichting met witte muren, mooie deurlijsten en houten planken vloeren doet ons genieten.
De sfeer van lang geleden, het Braziliaanse feuilleton Isaura verbleekt erbij, heerst hier: een duidelijk vroeger meer gegoede mestiezenfamilie met een kranige weduwe die een Française zou kunnen zijn en vier stoere zonen met krullend nekhaar, een mokakleurige huid, een fijne zwarte snor en een flinke dosis “Bernal”. Bedeesde indigenas als werkpersoneel op de boerderij. We worden ontvangen met een rondleiding door de melkstal, waar de melkmachine zowaar al sinds mensenheugenis op een waterkrachtturbine draait. Kleindochtertje Michelle wordt voor twee dagen het speelkameraadje van Lena. ‘s Avonds verwennen ze ons met het lekkerste eten dat we in tijden hebben gegeten. De lokale drank met kaneel is ons aperitiefje, mousse van zelfgemaakte chocolade ons dessert. Na twee dagen, als op een zondag het ganse gezin verenigd is in tristesse om hun pas geleden plots overleden pater familias, nemen we afscheid.
We rijden een backroad in naar het afgelegen dorpje Guantualó. De maandagmarkt is niet echt veel soeps maar er rond valt wel veel te bekijken. Plan International schalt onverbloemd door de luidsprekers als een mogelijkheid om geld te krijgen. Aan de rand van het plein gaan mensen van echt alle leeftijden om de beurt op een krukje zitten en vertellen hun probleem aan een mobiele dokter in een witte jas. “Dokter ik kan de slaap niet vatten, wat moet ik doen?“ horen we een oud vrouwtje zeggen, terwijl een dertigtal mensen zwijgzaam meeluistert. Hopelijk moet het meisje dat even later aan de beurt zal zijn geen ongewenste zwangerschap opbiechten.
Als we in het ijzig gure hooggebergteweer een gibberende lifter een eind meenemen, vraagt hij aan Guy of hij peetvader wil worden van zijn dochter van 6 jaar oud. Ook al omdat er aan zijn lach een drankluchtje hangt, houdt Guy de boot wat af. Als we hem thuis afzetten, komen zijn ouders er bij en met een enorme bussel prei, vers uit de grond gerooid, als kado wordt gevraagd om dit serieus te overwegen. Voor het formeel bekrachtigen van het peterschap met priester en een verblijf van toch enkele weken in het gehucht, bedanken we. Adressen worden wel uitgewisseld en een kaartje met haar verjaardag zal Guy toch moeten sturen.
Bij een schooltje moeten we halt houden. De juffen vragen of we een foto trekken van de kinderen. Het enige nuttige speelgoed dat we kunnen schenken aan de school is een rek om rekker te springen. Het probleem is alleen dat onze meisjes te verlegen zijn om uit de auto te komen (ze zijn te overdonderd door de hoeveelheid kinderen rondom de auto) en het rekspel uit te leggen. Tinne graaft diep in haar schoolgeheugen, maar zij kent de spelletjes niet meer.