Zuleta ten oosten van Otavalo doet ons denken aan het rustige, landelijke Polen van vijftien jaar geleden. We hebben deze omweg gekozen voor het prachtige borduurwerk dat hier gemaakt wordt. Lena is in haar nopjes met een mooi kleedje. Maar we worden aangenaam verrast door de schoonheid van deze streek met kasseibaantjes en adobemuren rond de haciendas die nog in gebruik lijken.
Ook het landschap langs de Panamericana hoofdweg ter hoogte van Ibarra wordt eindelijk mooier. Meer bomen, begroeide valleien en als we de afslag naar de kust nemen, zijn de meeste mensen zwart. De omgeving van Ibarra en Otavalo was ten tijde van de Spaanse kolonie grotendeels eigendom van Jezuïeten. Nadat de inheemse bevolking was uitgeroeid door Europese ziektes of simpelweg de bergen ingevlucht, moesten de paters op zoek naar ander werkpersoneel. Ze kochten Afrikaanse slaven in Cartagena (Caribische kust in Colombia), die werden dan op de boot gezet aan de Pacifische kust in Colombia naar Guayaquil in Ecuador en stapten dan te voet door de Andesvalleien tot aan Ibarra (veel bleven er toen niet meer levend over, maar ze overleefden het tropische klimaat hier wel, in tegenstelling tot hun lotgenoten de hooggelegen mijn van Potosí in Bolivië).
Ons doel is het domein Bosque de Paz in El Limonal. Hier woont Piet Sabbe, een Westvlaming, met zijn gezin. Piet is een echte pioneer hier. Op de heuvels rond zijn bos zijn geen weinig bomen meer te zien. Alles is gekapt en de mentaliteit is er nog niet om bomen opnieuw te planten. Ook hier, net zoals in Copalinga, zorgt de combinatie van bomen en fruitbomen voor de terugkeer van talrijke vogelsoorten. De soortenaantallen zijn lager, omdat dit project niet nauw aansluit bij een groot oerbos zoals Podocarpus, maar vergeleken met de ecologische woestenij rondom is het een stevig succes. Piets specialiteit is de aanplant van bamboesoorten, waaronder twee inheemse. Marie en Lena zijn zeer tevreden met het gezelschap van zijn twee prachtige dochters Naomi en Maykin. Piet doet Lena denken aan haar opa Bevel en ze is dan ook zeer gesteld op zijn gezelschap. We gaan zwemmen, rijden mee in de laadbak van pickups, eten zotte maar lekkere vruchten, bakken pannenkoeken en haverkoekjes en kijken samen naar the Lone Ranger. Op zaterdag willen we naar Otavalo voor de bekende artesaniamarkt. Met z’n allen (met zeven in de auto) lopen we wat verdwaasd op de markt rond. De wereldbekende markt voldoet op geen enkel vlak aan onze verwachtingen. “Allemaal brol,” zegt Marie. Het lijkt er inderdaad op dat vooral Ecuadorianen hier goedkope Chinese importstoffen kopen. Er zijn vrijwel geen gringo’s te bekennen. We houden het snel voor bekeken en installeren ons iets buiten de stad op een camping. Ook Piet en zijn dochters blijven hier nog een dagje logeren zodat het afscheid nog wat uitgesteld wordt.
Gelukkig krijgt Lena er de volgende dag, na het afscheid van de twee meiden, nieuwe vriendjes. Kim en Tigo waren we met hun ouders in de Nederlandse mobilhome al eens in het zuiden van Argentinië tegen gekomen. Voor het plezier van onze kinderen blijven we nog een dagje op de camping en het wordt een leuke BBQ avond met het Nederlandse gezin.